We bezondigen ons aan absurdistisch toneel…

We bezondigen ons aan absurdistisch toneel.
Een klucht, maar met onbegrijpelijke grappen.
Kan niet anders dan slecht aflopen.
Het is maar goed dat er weinig publiek is.
Tot die tijd: kom hier. Rauw de lach van
de halfdronken nar, het diepe rood klotst over
de rand van het glas, de mond loopt van schunnig-
en van diepzinnigheden over. Meubilair breekt,
glas versplintert, kom hier met je hele leven,
je heupen en je benen en je mond en je borsten.
We hebben gemeenplaatsen te debiteren,
clichés te leven, rolpatronen te vervullen.

(uit: Liefde in tijden van brand, 2019)