En ergens goden, aantal onbekend,
die bijvoorbeeld zweven en onberoerd blijven.
Het verlicht het pad naar de supermarkt
nauwelijks, weten dat het pad onverlicht is.
We verliezen ons in zalig redeneren,
dat gedachteloosheid is maar dan mooier.
We bewaken het ongezegde dapper, fanatiek,
als schuimbekkende honden hun gevangenis.