Fragment uit De rotonde
(tegen het eind van deel 3):
Van Dam is door en door verkleumd. Skelet
van ijs, omhuld door huiver. Maar de regen
wordt steeds minder koud. Eerst lauw, dan warm,
dan brandt het hemelwater zijn gezicht.
Het asfalt stoomt, de akkers dampen, sissend
landt de woeste regen – één blok water –
op de koude grond. Vlak naast Van Dam
een inslag: populier getroffen door
de bliksem die nu ziedend om zich heen slaat.
Want de wereld moet in brand, de wereld
stáát in brand. Van Dam baant zich een weg,
aan één oor doof, verblind door alle chaos.
Hij kent de weg.
Hij kent de weg.
Het dondert en het bliksemt.