Categorie archief: Gedichten

Zeer binnenkort: Liefde in tijden van brand

Nog deze maand verschijnt bij Uitgeverij Cossee Liefde in tijden van brand. Hieronder een gedicht uit de bundel. Later meer, details en zo.

*

De wereld in brand. Laat ons
elkaar de kleren van het lijf,
nee, laat ons de kleren. Buiten
vallen muren om, ontbranden
steden, verandert niets
in ander, ouder niets, buiten
waait het. Aan jou ontbreekt
wat aan mij ontbreekt
maar samen zijn we heel.
We kijken door het raam.
Laat ons. De wereld in brand.

Stukkie 26: Doei lieverdje van de inhoud

GESUGGEREERD GEDICHT

Op mijn telefoon, zoals op de meeste, staat de functie ‘Voorspellende tekst’ aan. Als ik begin te typen, verschijnen er drie woorden boven het toetsenbord: wat ik eventueel zou kunnen bedoelen te gaan schrijven.

Wat, dacht ik, als ik de suggesties nu eens consequent volg? Ik typ een letter, kies een van de drie woorden die worden aangeraden, kies uit de drie woorden daarna er weer één, enzovoort. Tot ik een fatsoenlijke zin heb, een zo lang mogelijke. Ik stop pas als er niets bruikbaars meer komt.

Herhaling van dit procedé met elke letter van het alfabet leverde het onderstaande gedicht op. Fraai werk, al zeg ik het, eh, zelf.

GEDICHT

Aantal personen die in de toekomst niet zo goed als ik een beetje op de hoogte blijven.
Brand verwoest de laatste tijd veel plezier.
Cadeaus voor de late uurtjes in de buurt van het weekend.
Doei lieverdje van de inhoud. Lees verder

Want de wereld moet in brand, de wereld stáát in brand

RotondeFragment uit De rotonde
(tegen het eind van deel 3):

Van Dam is door en door verkleumd. Skelet
van ijs, omhuld door huiver. Maar de regen
wordt steeds minder koud. Eerst lauw, dan warm,
dan brandt het hemelwater zijn gezicht.

Het asfalt stoomt, de akkers dampen, sissend
landt de woeste regen – één blok water –
op de koude grond. Vlak naast Van Dam
een inslag: populier getroffen door

de bliksem die nu ziedend om zich heen slaat.
Want de wereld moet in brand, de wereld
stáát in brand. Van Dam baant zich een weg,
aan één oor doof, verblind door alle chaos.

Hij kent de weg.
Hij kent de weg.
Het dondert en het bliksemt.

Lees verder

Open land, gesloten geest

RotondeFragment uit De rotonde
(het slot van deel 2):

Hier is niemand welkom. Open land,
gesloten geest. Een vreemdeling stuit maar
op weinig weerstand, waadt door nevelen
en leegte, staat dan buiten. Zachte dwang.

Drooggelegd moeras van argwaan. Vrijheid
schuilt in onopvallendheid, fluistert
de wind. Een kil betoog, een ijl verweer.
Dit stugge land waar geen beweging is

beklemt Van Dam ineens met grote kracht.
Hij durft niet op te staan maar in hem fladdert
ongeduldig, vogel in een kooi, zijn ziel.
Het kruispunt wacht. Het tijdstip naakt.

Hij ziet het land.
Hij buigt het hoofd.
Het onweert in de verte.

Alle leiders van alle landen

Alle leiders van alle landen
van alle werelden
(er zijn een paar werelden)
in één ruimte bij elkaar.

Deur dicht. Er mag verder
niemand in. Nu kijken we
of er iets verandert.

Horen we geanimeerde gesprekken
of het landen van rake vuistslagen
op weke kinnen?

Zien we rond de afgesloten ruimte
de velden langzaam groener worden,
of verdorren?

Beweegt ineens de kamer
waarin we de leiders weten?

Ja! De ruimte met alle leiders
van alle landen begint te rijden,
is het laadruim van een koelwagen.

De wagen verdwijnt langzaam
uit het zicht. Er klinkt geschreeuw,
maar dan zingen de vogels alweer,
de schitterende vogels.

Elke taal – gedicht voor Antjie Krog

Een mooie avond rond Antjie Krog in De Nieuwe Liefde, afgelopen donderdag. Haar nieuwe bundel Medeweten werd ten doop gehouden. Muziek, interview met en voordracht door Antjie Krog, alles even indrukwekkend. Maria Barnas en ik lazen bovendien een gedicht voor Antjie Krog, geschreven in 2012 voor het tijdschrift Tortuca, ter gelegenheid van Antjies 60e verjaardag. De hele avond is te bekijken op de site van De Nieuwe Liefde. Mijn gedicht zet ik hieronder.

Elke taal

Elke taal klinkt, zingt, botst, zindert, bromt
als mensen, verschilt niet,
hemelsbreed van andere.
De opstootjes, het dansen, de wellust,
de tong die likt en sist en proeft.

De jaren tellen, ze tellen
de dagen en dan zijn ze om om
opnieuw te beginnen.

Leef, steen,
ik klop het water uit je met gereedschap
dat al in mij rammelde toen ik ontwaakte,
met de taal die me omringde
en die mijn poriën, mijn oren vult,
die ik adem, ik klop je water uit je met
mijn hamerende woorden, stromende woorden.

Leg al je oren, je huid vol oren, te luisteren
op alle mogelijke plekken en op onmogelijke,
laat ze inhalig zijn, klanken zuigen als kalveren melk,
geef terug wat je nam, vermenigvuldig, verbeter, deel het.

 

 

 

Zo’n dag (6 gedichten)

Tijdens de vorige hittegolf schreef ik elke dag een gedicht dat begon met de regel Zo’n dag, gewoon, om te kijken of het zou lukken. Het werden er zes. Hieronder te lezen, omdat de temperatuur de dertig graden weer overschrijdt. Dat is een goede reden.

1.

Zo’n dag,
de vergeefsheid,
het machteloze geluk
dat in plaats van wolken
overdrijft.

De onechte kleuren van reclamefolders,
luchtballonnen, huid. Zon
een verbaasde voorbijganger.

Er maakt zich van de mensen meester
een loom-, een radeloosheid
die doet geeuwen, liggen, drinken,

gerinkel van ijs in glazen,
telefoons die niet opgenomen worden.
Lees verder