Jij, soldaat! Voorwerp dat zijn plaats moet kennen!
Ik sleep je voor de krijgsraad van het goede leven.
Want het is schikken of geschikt worden,
buigen, barsten, het is modder eten of niets.
Wie bukt, leeft. Wie zijn gehelmde hoofd parmantig
boven de stinkende loopgraaf uitsteekt, sneuvelt.
Mooi maar onnodig, dapper maar zinloos.
Het goede leven in een notendop. Verdedig je
met woorden die een militair misstaan, veroordeel niet
de strenge rechter, die zijn plicht met weerzin doet.